Statuten

Statuten.

Artikel 1.
Begripsbepalingen.
In deze statuten wordt verstaan onder:
– Bahá’í:
een door de Nationale Raad erkend en geregistreerd lid van de Gemeenschap, welk lidmaatschap open staat voor ieder die geloof betuigt in Bahá’u’lláh en Zijn leringen aanvaardt;
– Bestuur:
het bestuur van de Stichting;
– Gemeenschap:
Bahá’í-gemeenschap Nederland, gevestigd te ‘s-Gravenhage, welke gemeenschap als kerkgenootschap rechtspersoonlijkheid in de zin van artikel 2:2 Burgerlijk Wetboek bezit en als zodanig is erkend naar Nederlands recht en is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 50416014;
– Nationale Raad:
de Nationale Geestelijke Raad van de Gemeenschap, welke raad op grond van de statuten van de Gemeenschap zoals vastgelegd bij akte verleden voor mr. J.W. van Ee, destijds notaris te Utrecht, op achtentwintig juli tweeduizend vier, de Gemeenschap bestuurt en in het maatschappelijk verkeer vertegenwoordigt;
– Schriftelijk:
bij brief, fax of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en elektronisch of op schrift kan worden ontvangen mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
– Statuten:
de statuten van de Stichting, zoals die van tijd tot tijd zullen luiden;
– Stichting:
de rechtspersoon waarop de Statuten betrekking hebben.

Artikel 2.
Naam en zetel. 
1. De Stichting draagt de naam: Stichting Trainingsinstituut Nederland.
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente de Bilt.

Artikel 3.
Doel.
1. De Stichting zal bijdragen aan een educatiesysteem voor en door de lokale bevolking. Mensen — jong en oud en ongeacht van welke afkomst en levensovertuiging — leren samen stap voor stap wat het betekent om dienstbaar te zijn aan de gemeenschap.
De programma’s zijn voor alle leeftijden: kinderen, jeugd, jongeren en volwassenen.
2. Aan de bovenstaande doelen wordt bijgedragen door middel van:
– het trainen en opleiden ten behoeve van gemeenschapsopbouw;
– het uitgeven en beschikbaar stellen van lesmateriaal al dan niet onder een specifieke handelsnaam;
– het beschikbaar stellen van accommodaties door aanschaf, beheer en exploitatie van gronden en gebouwen voor huisvesting van haar activiteiten met een duurzaam karakter; en
– het bevorderen van hetgeen daarmede in de ruimste zin verband
houdt of dienstig kan zijn.
3. De Stichting heeft niet ten doel het maken van winst.
4. De Stichting wendt haar middelen aan voor het doel zoals omschreven zonder deze onevenredig op te potten. De beheerskosten zullen zo laag mogelijk worden gehouden door zo veel mogelijk met vrijwilligers te werken.

Artikel 4.
Vermogen.
1. Het vermogen van de Stichting zal worden gevormd door:
a. subsidies en andere bijdragen;
b. schenkingen, erfstellingen en legaten;
c. alle andere verkrijgingen en baten.
2. De Stichting kan erfstellingen slechts aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

Artikel 5.
Bestuur.
1. Het Bestuur bestaat uit een door de Nationale Raad te bepalen aantal van ten minste drie en ten hoogste negen leden en wordt voor de eerste maal bij deze akte benoemd. Slechts Bahá’ís kunnen bestuursleden zijn.
2. Het Bestuur (met uitzondering van het eerste Bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris, een penningmeester.
De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld. Het Bestuur kan bij reglement als bedoeld in artikel 12 aanvullende functies benoemen en taken aan die functies toeschrijven. Het Bestuur kiest uit zijn midden eventueel aanvullende functionarissen.
3. Bestuurders worden voor de eerste maal benoemd voor een zittingsduur van hun voorgangers. Aftredende bestuurders zijn onbeperkt herbenoembaar, doch telkens voor een zittingsduur van één jaar.
4. Bij het ontstaan van één (of meer) vacature(s) in het Bestuur zal de Nationale Raad binnen drie maanden na het ontstaan van de vacature(s) daarin voorzien door de benoeming van één (of meer) opvolger(s).
5. Mocht casu quo mochten in het Bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuurders, of vormt de enig overblijvende bestuurder niettemin een wettig Bestuur, tenzij uit de Statuten anders blijkt.
6. Indien de Nationale Raad heeft opgehouden te bestaan, dan zal het Bestuur bij het defungeren van een lid binnen drie maanden na bedoeld defungeren in de vacature voorzien door de benoeming van een nieuwe bestuurder.
7. Indien — om welke reden dan ook — wordt nagelaten om binnen de in dit artikel bedoelde termijnen in de vacature(s) te voorzien dan zal de benoeming geschieden door de rechtbank op verzoek van iedere belanghebbende of op vordering van het openbaar ministerie.

Artikel 6.
Vergaderingen en besluiten van het Bestuur.
1. De vergaderingen van het Bestuur worden gehouden op de van keer tot keer door het Bestuur te bepalen plaatsen.
2. Ieder jaar wordt ten minste één vergadering gehouden.
3. Vergaderingen zullen voorts worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien ten minste twee van de andere bestuurders daartoe Schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft zodanig, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker gerechtigd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
4. De oproeping tot de vergadering geschiedt – behoudens het in lid 3 bepaalde – door de voorzitter of de secretaris, ten minste veertien dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, Schriftelijk.
5. De oproeping vermeldt behalve plaats en tijdstip van de vergadering en de te behandelen onderwerpen. Vergaderingen van het Bestuur kunnen ook worden gehouden door middel van telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elke deelnemende bestuurder door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord.
6. Indien de door de Statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht zijn genomen, kunnen desalniettemin in een vergadering van het Bestuur geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits in de betreffende vergadering van het Bestuur alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn en mits de betreffende besluiten worden genomen met algemene stemmen.
7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het Bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
8. De secretaris houdt notulen van het verhandelde in de vergaderingen. De voorzitter kan ook een van de andere aanwezigen hiertoe verzoeken. De notulen worden vastgesteld in de eerstvolgende vergadering en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en secretaris van die vergadering. Een kopie van de vastgestelde notulen wordt toegestuurd aan de Nationale Raad.
9. Het Bestuur kan in een vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid van zijn in functie zijnde leden in de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurder kan zich in de vergadering door een mede-bestuurder laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurder kan daarbij slechts voor één mede-bestuurder als gevolmachtigde optreden. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Stichting en de met haar verbonden organisatie. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit desalniettemin genomen door het Bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.
10. Het Bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders hun stem Schriftelijk hebben uitgebracht. Het bepaalde in de vorige volzin geldt ook voor besluiten tot wijziging van de Statuten of ontbinding van de Stichting. Voor besluitvorming buiten vergadering gelden dezelfde meerderheden als voor besluitvorming in vergadering. Van een buiten vergadering genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen stemmen door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
11. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover de Statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle besluiten van het Bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.  Indien de stemmen staken, dan komt geen besluit tot stand.
12. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
13. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.

Artikel 7.
Bestuursbevoegdheid en vergoedingen.
1. Het Bestuur is belast met het besturen van de Stichting.
2. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
3. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de Stichting en de met haar verbonden organisatie.
4. In geval van ontstentenis of belet van één of meer bestuurders is (zijn) de overblijvende bestuurder(s) met het gehele bestuur belast. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of van de enige bestuurder wordt de Stichting tijdelijk bestuurd door een persoon die daartoe door het Bestuur steeds moet zijn aangewezen. Onder belet wordt in deze statuten in ieder geval verstaan de omstandigheid dat de bestuurder gedurende een periode van meer dan dertig dagen onbereikbaar is door ziekte of andere oorzaken.
5. Aan de bestuurders kan geen beloning worden toegekend. Kosten worden aan de bestuurders op vertoon van de bewijsstukken vergoed.

Artikel 8.
Vertegenwoordiging.
1. Het Bestuur vertegenwoordigt de Stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. De Stichting kan voorts worden vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het Bestuur.
2. Het Bestuur kan aan anderen volmacht geven om de Stichting in en buiten rechte te vertegenwoordigen binnen de in die volmacht
omschreven grenzen.

Artikel 9.
Einde lidmaatschap van het Bestuur.
Het lidmaatschap van het Bestuur eindigt:
– door periodiek aftreden, al dan niet volgens het opgemaakte rooster;
– bij schriftelijke ontslagneming (bedanken);
– bij ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek;
– doordat een bestuurder niet langer een Bahá’í is;
– door een besluit van de Nationale Raad en Schriftelijke kennisgeving daarvan aan het Bestuur;
– door overlijden van een bestuurder;
– bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen.

Artikel 10.
Boekjaar en jaarstukken. 
1. Het boekjaar van de Stichting loopt van eenentwintig maart van het ene jaar tot en met twintig maart van het daaropvolgende jaar.
2. Per het einde van ieder boekjaar maakt de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het geëindigde boekjaar op, welke jaarstukken binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan het Bestuur worden aangeboden.
3. De jaarstukken worden door het Bestuur vastgesteld.  Vaststelling van de jaarstukken door het Bestuur strekt tevens tot decharge van de penningmeester voor het door hem gevoerde bestuur.

Artikel 11.
Beleid, werkzaamheden en publicatie.
De secretaris maakt jaarlijks voor één augustus een verslag van de werkzaamheden van de Stichting in het afgelopen boekjaar. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van het Bestuur behandeld en wordt vervolgens aan de Nationale Raad beschikbaar gesteld.

Artikel 12.
Reglementen.
1. Het Bestuur is bevoegd een of meer reglementen vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in de Statuten zijn vervat.
2. De reglementen mogen niet met de wet of de Statuten in strijd zijn.
3. Het Bestuur is te allen tijde bevoegd de reglementen te wijzigen of op te heffen.
4. Een besluit tot vaststelling, wijziging of opheffing van een reglement vereist de voorafgaande Schriftelijke goedkeuring van de Nationale Raad.

Artikel 13.
Commissies.
Het Bestuur is bevoegd een of meer commissies in te stellen, waarvan de taken en bevoegdheden zullen worden vastgesteld bij reglement.

Artikel 14.
Statutenwijziging.
1. Het Bestuur is bevoegd de Statuten te wijzigen. Onverminderd het bepaalde in artikel 6 lid 10 moet het besluit daartoe worden genomen met algemene stemmen in een vergadering van het  Bestuur, waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
2. Een besluit tot wijziging van de Statuten vereist de voorafgaande Schriftelijke goedkeuring van de Nationale Raad.
3. Als in een vergadering, waarin een voorstel als bedoeld in lid 1 van dit artikel aan de orde is gesteld niet alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, dan zal een tweede vergadering van het Bestuur worden bijeengeroepen. Deze tweede vergadering dient niet eerder dan zeven dagen en niet later dan dertig dagen na de eerste vergadering te worden gehouden. In deze tweede vergadering kan een besluit conform het voorstel worden genomen met algemene stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
4. Iedere bestuurder is bevoegd de notariële akte van statutenwijziging te verlijden.

Artikel 15.
Ontbinding en vereffening.
1. Het Bestuur is bevoegd de Stichting te ontbinden.  Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 14 leden 1 tot en met 3 van overeenkomstige toepassing.
2. De Stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
3. De vereffening geschiedt door het Bestuur.
4. De vereffenaars dragen er zorg voor dat inschrijving van de ontbinding geschiedt in het register, bedoeld in artikel 2:289 Burgerlijk Wetboek.
5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten zoveel mogelijk van kracht.
6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden Stichting wordt besteed ten behoeve van de (rechtsopvolger van de) Gemeenschap mits deze (rechtsopvolger van de) Gemeenschap op dat moment een algemeen nut beogende instelling is. Indien de (rechtsopvolger van de) Gemeenschap op dat moment geen algemeen nut beogende instelling is wordt een eventueel batig saldo van de ontbonden Stichting besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling of van een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt.
7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden Stichting gedurende zeven jaren berusten onder de jongste vereffenaar.

Artikel 16.
Slotbepaling.
In alle gevallen waarin zowel de wet als de Statuten niet voorzien, beslist het Bestuur.

Artikel 17.
Overgangsbepaling inzake het lopende boekjaar.
Het huidige boekjaar van de Stichting dat is aangevangen op één januari tweeduizend eenentwintig loopt tot en met twintig maart tweeduizend eenentwintig. Dit artikel vervalt nadat dit huidige boekjaar is geëindigd.

Slotverklaring.
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde tenslotte:

– een kopie van voormeld bestuursbesluit wordt aan deze akte gehecht (Bijlage I);
– van de vereiste goedkeuring van de Nationale Raad blijkt uit een door de voorzitter en de secretaris van deze raad getekend uittreksel van de notulen van de vergadering van de Nationale Raad de dato vijftien maart tweeduizend eenentwintig dat aan deze akte wordt gehecht (Bijlage II).

SLOT AKTE
De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend.
DEZE AKTE is verleden te Arnhem op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
De inhoud van de akte is aan de verschenen personen opgegeven en toegelicht. De verschenen personen hebben verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, tijdig voor het verlijden van de inhoud van de akte te hebben kennisgenomen en met de inhoud in te stemmen. Onmiddellijk daarna is de akte beperkt voorgelezen en onmiddellijk door de verschenen personen en mij, notaris, ondertekend.

Beloningsbeleid bestuurders: 

De bestuurders ontvangen geen vergoeding voor hun werkzaamheden, dan alleen de vergoedingen voor gemaakte kosten ten behoeve van de stichting.